‘Het aantal mensen dat in de toekomst financiële zorgverlening nodig heeft, wordt groter’

Dit jaar viert CAV 50 jaar financiële zorgverlening. Om dit te vieren werd er eind september een inspirerende masterclass georganiseerd in de Metaal Kathedraal in Utrecht met als thema ‘De duurzame toekomst van de financiële zorgverlening.’ Vanuit verschillende vakgebieden werd door de gastsprekers en alle aanwezigen over dit thema gedebatteerd. Maar hoe kijken samenwerkingspartners van CAV eigenlijk naar de toekomst van de financiële zorgverlening in Nederland? En hoe zien zij de rol van Stichting CAV hierin?

Erwin Bel

Voor de masterclass waren verschillende sprekers uitgenodigd die vanuit hun eigen specialisme hun visie gaven op de toekomst van de financiële zorgverlening. Zo vindt Marco Florijn, voorzitter van de NVVK (branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren), dat er met een satéprikker door de sector heen geprikt moet worden om de financiële zorgverlening beter te kunnen regelen. NVVK heeft zowel gemeenteleden als private leden die vaak tegengestelde belangen hebben. Soms wordt het volgens hem daardoor juist slechter voor de mensen waar je het uiteindelijk allemaal voor doet. Hij vindt dan ook dat alle partijen meer vertrouwen moeten hebben in elkaar en meer met elkaar moeten samenwerken. Robert van der Krogt, zorgdirecteur van Stoed, belichtte de toekomst van financiële zorgverlening vanuit de zorgkant. Hij gelooft veel meer in het samen redzaam maken van mensen met schulden in plaats van het zelfredzaam maken. Volgens hem is dat niet bij iedereen mogelijk en kom je samen veel verder. Senior rechter Erik Boerma gaf onder andere aan dat de controle van de bewindvoering in Nederland sterk verbeterd moet worden, maar dat dit proces echt nog in de kinderschoenen staat. Hier is dus nog behoorlijk wat werk aan de winkel.

Tijdens de masterclass werd duidelijk dat de toekomst van de financiële zorgverlening in Nederland enorm leeft onder alle aanwezigen. Maar ook dat er nog veel moet gebeuren om de financiële zorgverlening in Nederland echt te kunnen verbeteren. Hoe zien samenwerkingspartners van CAV dit? Waar liggen de kansen? En hoe zien zij de rol van CAV in de toekomst van de financiële zorgverlening? Wat moet er vanuit de overheid veranderen? We spreken hierover met Marco Florijn, voorzitter van de NVVK en tevens spreker tijdens de masterclass, Andre Weimar, voorzitter van de Raad van Toezicht van CAV en directeur Inkoop-, Facilitair en Huisvestingsbeleid Rijk/Plaatsvervangend directeur-generaal Overheidsorganisatie,  Marcel Kooi, directeur van bewindvoering Kompas Zuidlaren en samen met CAV medeoprichter van het innovatieplatform ZELF.

Marco Florijn

Andre Weimar

Marcel Kooi

Hoe zien jullie de toekomst van de financiële zorgverlening in Nederland?

Andre Weimar: ‘Stilzitten is geen optie in deze hele bewegende markt. Niemand weet hoe de toekomst eruit ziet maar een paar dingen kun je wel bedenken. Ten eerste worden we met z’n allen ouder. Het aantal mensen dat in de toekomst financiële hulpverlening nodig heeft wordt groter. Dat is iets waar je geen helderziende voor hoeft te zijn. Ten tweede wordt de samenleving er niet eenvoudiger op. Alles gaat steeds sneller, de digitalisering en de robotisering nemen toe. En het percentage mensen die hier niet in mee kunnen komen blijft in percentage gelijk, dit zijn ongeveer tussen de 2,5 en 4 miljoen mensen. Op een bevolking van 17 miljoen mensen is dat een behoorlijk aandeel.’

Marcel Kooi: ‘CAV en Kompas staan nu aan het begin van een hele grote verandering. Het onderscheid tussen kleinere bewindvoerders en grotere financieel zorgverleners zal steeds groter worden. Over een jaar of tien bestaan de traditionele bewindvoerders bijna niet meer. Bewindvoering is eigenlijk dat je de standaard financiën van iemand overneemt. Dus je kijkt wat er binnen komt en je betaalt de vaste lasten. Dat wordt in de nabije toekomst allemaal geautomatiseerd. Dan hoef je alleen nog maar op te letten dat je cliënt geen impuls aankopen doet. Beschermingsbewind zal enkel blijven bestaan voor bepaalde doelgroepen. Denk aan gehandicapten, mensen met psychische problemen en dementerende ouderen. Deze doelgroepen zullen altijd beschermingsbewind nodig hebben. Zij zullen nooit zelf hun eigen financiën kunnen regelen.’

Marco Florijn: ‘De hele financiële zorgverlening is nu hot. Het staat hoog op de politieke agenda. In alle top 10 lijstjes van prioriteiten. Dat gaat wel weer kantelen. Zo meteen is dat misschien weer minder. En dan moeten wij er wel voor zorgen dat dit bovenop de stapel blijft liggen. En dat we niet weer in een bezuinigingskramp terecht komen waar we de afgelopen twintig jaar in hebben gezeten. Er liggen kansen in het toepassen van techniek. Ik zie steeds meer grote incassobureaus en schuldeisers kijken naar algoritmisering. Dus hoe kan ik veel slimmer mijn doelgroep benaderen? Ik denk dat dat een onontgonnen terrein is voor bewindvoerders zoals CAV maar ook voor de schuldhulpverlening. Ik denk dat daar heel mooie samenwerkingsconstructen kunnen liggen, dus tussen bijvoorbeeld CAV en gemeentes en allerlei andere partijen. Maar dan moet er aan de kant van gemeentes en de rijksoverheid nog wel wat veranderen.’

Op dit moment worden de kosten voor bewindvoering door de gemeente vanuit de bijzondere bijstand betaald. Daarom zijn ze vaak kritisch en terughoudend met het doorsturen van hun cliënten naar een bewindvoerder.

Marco Florijn: ‘Gemeentes schieten vaak in de kramp als de bijzondere bijstand wordt gebruikt voor bewindvoering. Die kosten zijn de afgelopen jaren verviervoudigd dus daar moeten we mee stoppen vinden zij. Maar ze moeten toch wat beter de analyse pakken. Waarom is dit zo gegroeid? Omdat de samenleving complexer geworden is bijvoorbeeld. Of is het zo dat veel hulpverleners die financiële problemen tegenkomen toch snel naar bewindvoering grijpen? Op dit moment missen we de goede analyse waardoor we in kostenbeheersingsmaatregelen, adviesrechten en andere systeemoplossingen gaan denken. Misschien moeten we dat uiteindelijk ook allemaal wel gaan doen, maar we weten het helemaal nog niet. Dus laten we eerst eens even goed die dossiers lichten, goed kijken wat gebeurt daar nu?’

Marcel Kooi: ‘Ik denk dat de hele bekostiging van de financiële zorgverlening moet veranderen. Die moet plaats vinden op basis van kwalitatieve resultaten. Nu wordt het vanuit de wet bijzondere bijstand bekostigd, maar dat is eigenlijk gek. Dat potje is bedoeld voor incidentele kosten die iemand niet kan betalen. Terwijl de financiële zorgverlening voor langere tijd is. Je zou het beter vanuit de WMO, WLZ of iets dergelijks kunnen betalen. Financiële zorgverlening gaat namelijk over zorg. Dan wordt het voor de gemeentes ook meetbaar en duidelijk.’

Ook op de rijksoverheid is de nodige kritiek. Ze bedenkt bijvoorbeeld wetgeving die in de praktijk niet lijkt te werken, ze communiceert onnodig gecompliceerd en onduidelijk en er worden veel fouten gemaakt. En de burger betaalt hiervoor de prijs in de vorm van een torenhoge rekening en vaak zelfs nog een extra boete. Ook wordt de hele maatschappij steeds digitaler. Iets waar lang niet iedereen in mee kan. Er wordt zelfs vaak gesteld dat de rijksoverheid (mede) veroorzaker is van veel financiële problemen bij kwetsbare mensen in Nederland.

Marco Florijn: ‘De rijksoverheid moet echt met een hakbijl door de kluwen van allerlei toeslagen- en kwijtscheldingen beleid. Door dit beleid ziet niemand door de bomen het bos meer. En ze moeten zichzelf ook achter de oren krabben. Hoe kan het dat zij zelf de veroorzaker zijn van financiële problemen bij kwetsbare burgers? En vooral, wat gaan zij daar eigenlijk aan doen? We zien dat de rijksoverheid moeilijk en complex communiceert. Bijvoorbeeld in complexe brieven die vanuit de belastingdienst worden verstuurd. Mensen begrijpen ze niet. Maar een ander probleem is dat alle kleine stukjes uitbetalingen zoals toeslagen en uitkeringen op een ander moment in de maand worden uitbetaald. En dan worden er ook nog veel fouten in gemaakt. Dan worden er ineens een paar maanden met terugwerkende kracht gecorrigeerd, waardoor je meteen een enorme incassomachine achter je aan hebt. We zien in de groep mensen met de grootste financiële problemen, dat de rijksoverheid als schuldeiser eigenlijk altijd weer terug komt.’

Marcel Kooi: ‘De overheid maakt de samenleving ook veel te complex en digitaal gericht. Ze gaan er vanuit dat iedereen internetvaardig of digitaal vaardig is maar dat is helemaal niet zo. Bij veel mensen is dit beperkt tot het kijken van een youtube filmpje en een spelletje als candy crush saga. Daarbij is de overheid inderdaad zelf vaak een veroorzaker van schulden en problemen bij mensen. Bij de belastingdienst zijn te veel taken neergelegd die ze moeten regelen. Allemaal compensatieregelingen zoals zorgtoeslag, huurtoeslag etc. En daar worden bij de belastingdienst veel fouten in gemaakt. Veel mensen komen hierdoor in de problemen. En dan hebben we ook nog een boetemaatschappij. Dus of het nu je eigen fout is of die van de belastingdienst zelf, er wordt ook nog eens heel makkelijk een boete opgelegd als je niet op tijd terugbetaalt. Voor mensen met financiële problemen is dat niet te doen.’

Andre Weimar: ‘Een ander probleem bij de overheid is de manier waarop nu in Nederland het toezicht is geregeld op de financiële zorgverlening. Met name het toezicht op beschermingsbewind en onder curatele stelling is armoedig. De overheid heeft een situatie gecreëerd dat de rechtspraak hier verantwoordelijk voor is. Maar we betalen er niets voor. Met het grote belang dat ermee gemoeid is en alles wat er kan gebeuren op het moment dat het mis gaat. In mijn beleving zou de toezichthouder voldoende geld moeten krijgen om haar werk goed te doen. Zodat dit toezicht ook verder geprofessionaliseerd kan worden. Je moet ervoor zorgen dat er voldoende geld naartoe gaat om het goed te organiseren. Dus dat zou ook iets zijn om te veranderen.’

Hoe zien jullie de toekomst van het CAV? Welke rol moet het CAV volgens jullie spelen om de financiële zorgverlening in Nederland verder te verbeteren?

Marco Florijn: ‘Ik denk dat de aankomende jaren CAV vol op de innovatieve koers moet inzetten. Die koers is nu ook al ingezet. Je ziet ook dat ze steeds meer de richting opgaan van opiniemaker en beïnvloeder. Het verzinnen van nieuwe oplossingen voor mensen met financiële problemen is waar CAV een heel belangrijke rol in kan spelen. Alles wat we nu kennen zal over tien jaar niet meer op deze manier bestaan. Dus ik denk dat een partij als CAV dan essentieel is.’

Andre Weimar : ‘De markt van CAV wordt ook alleen maar groter. Je moet je dan goed bedenken wat je als financiële zorgverlener wil doen in die markt. Stilzitten is geen optie dus je moet de wetgeving gaan beïnvloeden. Dat vind ik belangrijk. We geven in onze samenleving nu maar een fractie uit aan mensen die hulp nodig hebben. Heel weinig geld. Je kunt eraan werken dat dat aandeel vergroot wordt want dat is in ieders belang. In bedrijfskundige termen, zorg ervoor dat je productportfolio wordt vergroot. Welke nieuwe producten zou je nog kunnen bedenken? Want ja, oudere mensen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen zijn alleen nog maar gebaat bij beschermingsbewind, mentorschap of onder curatele stelling. Dan kun je ook iets bedenken wat daaraan vooraf gaat. Wat kunnen we nou extra doen? Bijvoorbeeld schuldhulpverlening, niet voor demente ouderen, maar voor ouderen die nog wel uit de voeten kunnen maar alleen minder goed. Ik denk dat je aanvullingen moet gaan bedenken op die bestaande productportfolio. Zorg dat je meer aan die preventieve kant gaat zitten. En dat geldt niet alleen voor ouderen, maar ook voor andere doelgroepen die het moeilijk hebben in onze samenleving.’

Marcel Kooi: ‘We moeten er ook scherp op blijven dat we het verschil blijven laten zien tussen de financiële zorgverlener en de traditionele bewindvoerder. Hierin is CAV al heel ver. Daarnaast moeten we ons innovatieve platform ZELF blijven promoten. Op deze manier heb je namelijk geen individuele marketingstem in de markt maar een veel bredere, algemene stem. En we moeten lerende producten aanbieden. Financiële handelingen van cliënten die geautomatiseerd kunnen worden moeten we automatiseren. Dan blijft er juist des te meer tijd over om cliënten persoonlijk te begeleiden naar zelfredzaamheid.’